Kennelijk is het lastig voor vrouwen (en evengoed voor mannen) om zich uit te spreken bij seksueel misbruik. Wat is er nodig om dit zwijgen te gaan doorbreken? Mijn antwoord is: een open, compassievol hart. Een ontvangende en kwetsbare houding. Dat is waar het aan ontbreekt in veel van de huidige, heersende systemen.
Betekent dit dat het nodig is dat er dan meer vrouwen op ‘hogere’ posities komen te zitten, zoals wel wordt gesuggereerd? Niet persé. Al is het waar dat het voor vrouwen makkelijker is om hun hart te openen (het waarom hiervan voert voor nu te ver) dan voor mannen, dus een verschuiving hierin zal zeker helpen.
In het interview met John de Mol zie ik een man die – even uitgaand van zijn beste intenties – de slachtoffers uitnodigt om zich uit te spreken.
Mijn hoofd zegt: Ja hij heeft gelijk. Dat is wat wij moeten doen. We moeten ons uitspreken.
Mijn hart zegt: Waar is je compassie, je kwetsbaarheid? Ik hoor je woorden maar ik zie een gesloten man die praat vanuit beheersstructuren.
Mijn buik en instinct zegt: Ik trek echt mijn mond niet open. Dan ga ik aan de schandpaal en gaat mijn kop er af.
En het instinct wint. Nog steeds. Er is een gevoel van veiligheid nodig om emoties als schuld, schaamte en vernedering te kunnen delen. Voor een gevoel van veiligheid is het essentieel dat de toehoorder een open hart heeft en ook zichzelf vanuit kwetsbaarheid durft in te brengen.
Het instinct woont in ons bekkengebied. Hier liggen eeuwenoude celherinneringen opgeslagen. Herinneringen aan hoe vrouwen zijn onderdrukt en beschimpt, vooral op het gebied van seksualiteit. Volgens het christendom, de islam en het jodendom waren (en zijn) seksuele uitingen van de vrouwen zondig. Ze werden (en worden) door de mannen openlijk gestenigd, verdronken, aan de schandpaal genageld of op een brandstapel gezet. Je uitspreken is gevaarlijk. Het kost je je leven. En dus zijn de vrouwen gaan zwijgen. Onze kijk op seksualiteit is verwrongen geraakt. Wanneer een vrouw haar seksuele stroom vrijelijk toelaat (en dat is wat anders dan uitleeft) wordt ze al snel weggezet als slet of hoer en soms ook zo behandeld of benaderd. Er is door de eeuwen heen zoveel verwarring gekomen op seksualiteit, terwijl het in zichzelf een scheppende, helende levensenergie is.
De meeste daders van seksueel misbruik zijn mannen. Bijna alle daders van seksueel misbruik zijn zelf ook misbruikt. Dus we mogen compassievol zijn naar de jongetjes in deze mannen die seksueel zijn misbruikt. Én het heeft te stoppen bij diezelfde man. En ja, daarvoor moeten we ons uit gaan spreken. De eeuwenoude wond en herinnering die ligt op misbruik en onderdrukking wil doorzien en geheeld worden. Dat vraagt met name van de vrouwen moed en vertrouwen en dat vraagt met name van de mannen een open hart en compassie. Zo kunnen we met elkaar een nieuw collectief veld gaan creëren dat veel meer gaat over gelijkwaardigheid. Een gelijkwaardigheid die voorbij gaat aan positie, gender of huidskleur. Een gelijkwaardigheid waarin we ons als mens vanuit onze kwetsbaarheid verbonden voelen met elkaar. En dat kan alleen maar met een open hart.